Roadtrip door Noordoost-Italië en Osttirol - deel 1
Afgelopen januari besloten Henri en ik, als collega-bloggers, samen een driedaagse roadtrip te gaan maken door Italië en Osttirol. Aangezien we allebei fans zijn van kleine en onbekende gebieden, kozen we de weinig bezochte regio Friuli-Venezia-Giulia. In twee artikelen laten we jullie deze fraaie skiregio zien met nog een kort uitstapje naar het Oostenrijkse Lienz.
Dag 1: Tarvisio & Kanin Bovec - Sella Nevea
Na elkaar op vrijdagavond getroffen te hebben in het dorpje Mittersill, volgde een donkere autorit door het Tauerngebergte om uiteindelijk in het uiterste noordoosten van Italië, vlakbij de grens met Slovenië, aan te komen. Hier in Tarvisio zouden we het eerste gebied bezoeken van in totaal zes kleine skigebieden op deze driedaagse roadtrip.
Tarvisio-Monte Lussari
Waar Tarvisio voor Henri bekend terrein was (zie zijn blog van vorig jaar), was dit deel van Italië voor mij totaal nieuw. Het landschap bij Tarvisio doet heel anders aan dan in Oostenrijk, Zwitserland of Frankrijk. De skibare bergen zijn hier, op de grens met Slovenië, vrij laag, rotsachtig en (in januari althans) vrijwel sneeuwloos. De sneeuwkanonnen hebben hier het seizoen gered, want natuurlijke sneeuw viel er afgelopen seizoen maar weinig.
Het skigebied van Tarvisio-Monte Lussari telt zo’n 24 pistekilometers, ongeveer de grootte van alle gebieden die we op deze roadtrip bezochten. Dat klinkt voor sommige mensen misschien gek, maar was precies ons doel: zo veel mogelijk kleine gebiedjes bezoeken in drie dagen. Het skigebied ligt in een soort U-vorm over de berg gedrapeerd, waarbij je via een aantal korte pistes in het dal een wat gekunsteld rondje kunt maken. ‘Gekunsteld’ is hier wel het juiste woord, want van een echte skiverbinding kun je toch niet spreken. Om het rondje te kunnen maken moet je namelijk eerst op ski’s via een klein bospaadje glijden, om vervolgens lopend met je ski’s op je nek door de straatjes en trappen van het bedevaartsoord Monte Lussari naar de pistes in het andere deel van het gebied te komen. Erg charmant en bijzonder, dit dorpje bovenop de berg, maar qua verbinding in een skigebied niet echt ideaal.
Ook de ‘verbinding’ in het dal is niet om over naar huis te schrijven, maar het is op ski’s te doen (op een snowboard zou ik het niet proberen). Tarvisio is ook het gebied van de Misconcalift met Agudio gondels (zie Henri’s blog), die nu helaas toch echt buiten gebruik is genomen. Voor mij dus geen ritje in deze bijzondere gondels, maar zowel de zwarte 4 als de rode 1 onder de Telecabina Monte Lussari naar Camporosso bleken nog net zo fijn als bij Henri’s eerste bezoek en maakten veel goed. Tarvisio is door het bedevaartsoord Monte Lussari een uniek gebied en zeker een bezoekje waard, maar met slechts 2 écht interessante pistes toch ook vrij beperkt.
Kanin Bovec - Sella Nevea
Na een ochtend in Tarvisio was het tijd om onze roadtrip te vervolgen. Bestemming 2 van dag 1 was een gebied wat wij beiden al lang op de radar hadden staan: Kanin Bovec - Sella Nevea (30 km piste), gelegen op een half uurtje rijden van Tarvisio. Dit skigebied ligt precies op de grens van Italië en Slovenië in de Julische Alpen en maakt een skiverbinding mogelijk van Sella Nevea (Italië) naar Bovec in Slovenië (zie De magie van grensoverschrijdende skigebieden). Wat meteen opviel toen we het dal van Sella Nevea inreden, was dat de bergen een stuk ruiger oogden dan in Tarvisio. Naarmate de gondel vanuit het dal hoger kwam, bleek ook het skigebied een totaal andere sfeer te ademen. Dit zijn de Julische Alpen, en dit voelde als echt hooggebergte! Steile, kale en rotsachtige bergen en een enorme hoeveelheid sneeuw. Dit komt doordat de Julische Alpen slechts 60 kilometer van de Adriatische zee verwijderd zijn, waardoor de vochtige en warme zeelucht bij het Kanin-massief als eerste hindernis veel neerslag ontvangt, aldus weerkenner Henri. Op zonnige dagen is vanuit het Sloveense deel van het gebied de Adriatische zee zelfs zichtbaar!
Een Funifor (grote gondel aan twee parallelle kabels), een andere relatieve zeldzaamheid, bracht ons naar de Prevala op 2.067 meter, waar we via een stoeltjeslift de oversteek naar het Sloveense deel wilden maken. Helaas bleek juist die lift vanwege een technisch mankement gesloten, waardoor skiën naar Slovenië niet mogelijk was. Stevig balend daalden we dus maar weer aan Italiaanse kant af, echter werd onze stemming met iedere meter beter. De pistes aan de kant van Sella Nevea waren heerlijk: lang, met goede sneeuw, een perfecte hellingsgraad en langs imponerende bergwanden met bevroren miniwatervallen. De World Cup piste maakt dat het hart van iedere sportieve wintersporter sneller gaat kloppen. De perfecte hellingshoek in combinatie met de steile rotswand van de Bila Pec (2.146 meter) als fabelachtig decor zorgen ervoor dat deze piste nooit gaat vervelen. Dit betekende een mooi einde van een skidag met twee gezichten: van sneeuwloze bergen en pistes tussen de bomen in Tarvisio, naar het sneeuwrijke en rotsachtige hooggebergte van Sella Nevea.
Deel 2
In het tweede deel van onze roadtrip maken we nog een uitstapje in de Italiaanse Alpen en keren we terug via het Oostenrijkse Osttirol.
Gerelateerde weblogs
Netjes! Altijd heerlijk om over zo’n kleine gebiedjes te lezen! 👍
Leuk!
Leuke blog! De foto’s brengen direct mooie herinneringen terug, ik was 2 jaar geleden ook in beide gebieden. We zaten toen half januari voor enkele dagen in Kransjka Gora, net over de Sloveense grens. Het was daar ontzettend druk en de pistes leken op die in Winterberg waardoor we besloten om over de grens in Italië te gaan kijken. Het dorpje Tarvisio was adembenemend, prachtig dat je zo in een dorp met kerk op de top van de berg kunt lunchen.Qua pistes inderdaad niet echt uitgebreid, maar prima vermaak.
We hebben die vakantie ook Sella Nevea bezocht en ook bij ons was de lift naar Slovenië dicht, maar dan door de wind! De afdalingen die open waren in het Italiaanse deel waren gelukkig echte racebanen en super geprepareerd! Wel weinig accommodaties onder aan de pistes. Het gebied leek ons eerder iets voor dag toeristen en traningsteams.
Ik wil deze winter graag ook een paar dagen Oost-Tirol verkennen; Obertilliach, Sillian, Kals-Matrei, en St. Jakob in Defreggental. Ik kijk dus reikhalzend uit naar deel 2 van de blog ;)
Ik verbleef dit jaar (juli 2020) 1 nacht aan de pistes van Kransjka Gora, op doortocht naar Kroatië.
Adembenemende bergtoppen, dikwijls met uitzichten a la Dolomieten.
Er werd hard gewerkt aan het benedenste van de dal pistes en heel wat oudere gebouwen stonden in de steigers. Er wordt dus volop geïnvesteerd.
Géén volk op de piste. 😉
Ik verbleef dit jaar (juli 2020) 1 nacht aan de pistes van Kransjka Gora, op doortocht naar Kroatië.
dan58 op 04 nov 2020 17:40 Het gebied en dorp zijn booming en hebben zeker charme. Wat ons opviel dat wij het enige nummerbord hadden dat niet uit het voormalig Joegoslavië land kwam. 10 km over grens in tarvisio; alleen maar Italianen en Oostenrijkers.
Adembenemende bergtoppen, dikwijls met uitzichten a la Dolomieten.
Er werd hard gewerkt aan het benedenste van de dal pistes en heel wat oudere gebouwen stonden in de steigers. Er wordt dus volop geïnvesteerd.
Géén volk op de piste. 😉